Praktische informatie

Praktische informatie

De chemopomp

De chemopomp is gemaakt van titanium en is ongeveer 9 centimeter bij 2 centimeter groot en weegt ongeveer 150 gram. De chemopomp heeft een inhoud van 35 milliliter.

checmopomp

Werking van de chemopomp

De chemopomp heeft geen batterij maar een gas dat samen met de lichaamstemperatuur zorgt voor de drijvende kracht voor het rondpompen van de chemotherapie. Hierdoor is er een eindeloze bron van energie wat resulteert in een constante pompsnelheid. Dit is circa 1.5 milliliter per dag.

Schematische weergave

Implantatie chemopomp

De chemopomp wordt met een operatie in de onderbuik in het onderhuids vetweefsel geplaatst. De chemopomp is verbonden met een slangetje, ook wel een katheter genoemd. Deze katheter wordt bij de operatie in de slagader geplaatst die naar de lever loopt. De chemotherapie komt dan direct aan in de lever. Een ander voordeel is dat de chemotherapie niet buiten de lever komt waardoor er buiten de lever geen schade ontstaat.

Na de operatie wordt een nucleaire scan gemaakt om de werking van de chemopomp te controleren.

Na de operatie kunt u een verklaring krijgen waarin genoemd wordt dat u een chemopomp heeft. Dit voorkomt problemen als u bijvoorbeeld met het vliegtuig gaat reizen. U krijgt zowel voor als na de operatie uitleg over de chemopomp.

HAIP chemotherapie

Chemotherapie

De chemotherapie die wordt gegeven via de chemopomp heet floxuridine. Dit is een relatief oud middel dat al sinds 1970 in de Verenigde Staten wordt gebruikt. Er is in het verleden veel onderzoek gedaan naar de veiligheid van floxuridine. Het unieke van dit middel is dat het voor meer dan 95% in de lever wordt afgebroken. De dosering in de rest van het lichaam is hierdoor erg laag, waardoor er nauwelijks bijwerkingen zijn. Met HAIP chemotherapie wordt de floxuridine direct in de lever toegediend wat resulteert in doseringen in de tumor die 400x keer hoger zijn dan de doseringen die worden bereikt met reguliere chemotherapie via het infuus of tablet.

Chemokuren

Doordat de chemopomp tijdens de operatie oppervlakkig wordt geplaatst kan de chemopomp meerdere keren opnieuw worden gevuld. Op de operatiekamer wordt de chemopomp voor de eerste keer gevuld. Er gaat dan een loopvloeistof in de chemopomp. Deze loopvloeistof bevat heparine om de katheter open te houden. Het reservoir van de chemopomp bevat genoeg vloeistof voor twee weken. Elke twee weken moet de chemopomp in het ziekenhuis worden gevuld. Deze afspraken zijn erg belangrijk omdat de katheter niet verstopt mag raken. Meer informatie over het vullen en legen van de chemopomp vindt u verderop.

De behandeling met chemotherapie via de chemopomp start ongeveer 2-12 weken na de operatie als het lichaam voldoende hersteld is en de nucleaire scan is gemaakt.

Elke chemokuur duurt 4 weken, waarbij u via de chemopomp 2 weken HAIP chemotherapie krijgt gevolgd door een rustperiode van 2 weken. In de rustperiode wordt de chemopomp weer gevuld met een loopvloeistof en wordt er dus geen chemotherapie gegeven. Tijdens de behandeling wordt u elke 2 weken op de poli gecontroleerd. Er wordt dan ook bloedonderzoek verricht.

Het totaal aantal kuren chemotherapie hangt af van de studie waaraan u meedoet. Gemiddeld worden er 4 tot 6 kuren via de chemopomp gegeven. Na de behandeling met HAIP chemotherapie volgen regelmatig controleafspraken op de polikliniek in het ziekenhuis.

Vullen en legen van de pomp

Een team van verpleegkundigen draagt zorg voor het vullen en legen van de chemopomp. De procedure duurt ongeveer 10-15 minuten. De verpleegkundige maakt eerst de huid schoon en prikt daarna met een dunne naald door de huid de chemopomp aan. De resterende inhoud van de chemopomp wordt eerst verwijderd. Daarna wordt de chemopomp weer gevuld met HAIP chemotherapie of met de loopvloeistof. De chemopomp moet altijd gevuld zijn met een vloeistof zodat de katheter niet droogvalt en verstopt raakt. Het is belangrijk dat de chemopomp elke 2 weken wordt gevuld.

Het is erg belangrijk dat u bij alle afspraken tijdens de chemokuren aanwezig bent. Als de chemopomp niet elke 2 weken wordt gevuld, kan de katheter verstopt raken. De HAIP chemotherapie moet worden gestaakt als de katheter verstopt is. Overleg eventuele vakanties daarom altijd met uw behandelend arts.

Vullen pomp

Bijwerkingen en complicaties

Bijwerkingen van de HAIP chemotherapie zijn zeldzaam. De belangrijkste zijn:

  • Leverontsteking. Ontsteking van het leverweefsel ten gevolge van de chemotherapie. Als de bloedwaarden van de lever afwijkend zijn, verlaagt de medisch oncoloog de dosis van de chemotherapie in de chemopomp. Soms moet de therapie tijdelijk worden gestaakt. In de meeste gevallen kan de chemotherapie worden hervat als de leverwaarden hersteld zijn. Het grootste deel van de patiĆ«nten ervaren hier geen klachten van.
  • Trombose. Een trombose is een bloedstolsel in een bloedvat. In zeldzame gevallen kan er een bloedstolsel ontstaan aan het uiteinde van de katheter waar de katheter in het bloedvat komt. Ook is het mogelijk dat zich een trombose vormt in de leverslagader. Dit kan worden behandeld. Als de katheter verstopt raakt, moet de therapie helaas worden gestaakt.
  • Infectie rondom de chemopomp. Roodheid, zwelling, pijn en pus bij de chemopomp kunnen wijzen op een infectie. Afhankelijk van de ernst wordt besloten of de therapie tijdelijk wordt gestaakt. Er zal antibiotica worden gestart om de infectie te verhelpen.
  • Bloeding. Een bloeding kan worden veroorzaakt door het loslaten van de katheter van het bloedvat. Dit is een ernstige en levensbedreigende situatie waar direct behandeling voor nodig is. Het ontstaan van een bloeding is zeer zeldzaam. Bij tekenen van een bloeding, zoals hevige buikpijn, opgeblazen gevoel, bleekheid, sufheid of verminderd bewustzijn dient er direct contact te worden opgenomen met het ziekenhuis. Vertel aan de arts en verpleegkundige dat u een chemopomp heeft en dat er contact moet worden opgenomen met uw behandelend chirurg en de onderzoekers van het onderzoeksteam.
  • Maagklachten. Maagklachten kunnen het gevolg zijn van lekkage van chemotherapie buiten de lever en kunnen wijzen op een maagzweer. Dit is een ernstige complicatie en dient direct te worden verholpen. Als er verdenking is op lekkage zal de therapie tijdelijk worden gestaakt en zult u een hoge dosis maagbeschermers krijgen ter preventie van een maagzweer. Gedurende de chemokuren dient u dagelijks een maagbeschermer (omeprazol) te slikken ter preventie van maagklachten. Uw behandelend medisch oncoloog zal dit met u bespreken.

Het is belangrijk dat u indien u klachten heeft contact opneemt met uw ziekenhuis waar u behandeld wordt met de chemopomp. Hiervoor is het ziekenhuis 24 uur per dag bereikbaar.

Instructies en leefregels

Nadat u hersteld bent van de operatie kunt u de meeste dagelijkse activiteiten hervatten. U moet zich wel aan de volgende leefregels houden:

De volgende activiteiten moeten worden vermeden:

  • Het tillen van zware voorwerpen. Dit kan leiden tot verplaatsing van de chemopomp of katheter.
  • Contactsporten die tot schade van de chemopomp kunnen leiden.
  • Hardlopen en sporten met een hoge impact zoals paardrijden. Dit kan leiden tot verplaatsing van de chemopomp of katheter.
  • Diepzeeduiken of scubaduiken. Zwemmen en snorkelen is wel toegestaan.
  • Het gebruik van kruiken, elektrische dekens, kersenpittenkussen ter plekke van de chemopomp.
  • Activiteiten die een verhoging geven van de lichaamstemperatuur. Dit kan ervoor zorgen dat de chemopomp harder gaat lopen. Denk hierbij aan activiteiten zoals:
    • Het nemen van een warm bad
    • Het gebruik van sauna of jacuzzi
    • Overmatige blootstelling aan zonlicht. Gebruik een zonnebrand met een factor van minimaal 30.

U moet contact opnemen met uw de arts bij:

  • Koorts (38.5 graden of hoger).
  • Tekenen van een infectie heeft bij de chemopomp, zoals roodheid, zwelling, pijn, of pussige uitvloed.
  • Maagklachten.
  • Het maken van vliegreis of als u voor langere tijd op hoogte gaat verblijven. De omgevingsdruk kan ervoor zorgen dat de chemopomp harder gaat lopen.
  • Onverwachte reacties.
  • Eventuele andere vragen.
  • Bij noodsituaties moet u contact opnemen met de uw behandelend arts of onderzoekers in het ziekenhuis.
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo
  • client logo